Vraag 26: Hoe oefent Christus het ambt van koning uit?

Dit hoofdstuk gaat over het koningschap van Jezus Christus: hoe Hij op dit moment regeert, wat de relatie is tussen Zijn Koninkrijk en de Kerk, en hoe Zijn heerschappij zich uitstrekt over alle terreinen van het leven. De Catechismus benadrukt dat Christus Zijn koninklijke ambt nu reeds uitoefent – Hij onderwerpt, regeert, verdedigt en overwint. Deze centrale waarheid wordt uitgewerkt in het licht van bijbelse gegevens, historische misvattingen, en actuele theologische inzichten. Daarbij wordt ook stilgestaan bij de vraag hoe Christus’ Koninkrijk zich in de toekomst zal voltooien, aan de hand van drie klassieke visies op het zogenoemde millennium. Het doel van dit hoofdstuk is om duidelijkheid te geven over de aard en reikwijdte van Christus’ heerschappij, en om gelovigen te helpen hun leven in dienst van deze Koning te ordenen.

Kleine Catechismus van Westminster (1647)

Vraag 26: Hoe oefent Christus het ambt van koning uit?
Antwoord: Christus oefent het ambt van koning uit door ons aan Zich te onderwerpen, ons te regeren en te verdedigen, en al zijn en onze vijanden in toom te houden en te overwinnen.

Christus is nu koning

Toen Jezus aan het kruis hing, werd boven Hem geschreven: “Dit is Jezus, de Koning der Joden” (Mat. 27:37; zie ook Markus 15:26; Lukas 23:38; Johannes 19:19). Hoewel dit bedoeld was als spot, sprak het in werkelijkheid de waarheid uit. Deze koninklijke titel was geen toeval, maar een vervulling van de Schrift, zoals geprofeteerd in Psalm 2 en bevestigd door Petrus in Handelingen 4:25–26.

Dat Christus werkelijk Koning is, wordt zichtbaar in Zijn antwoord aan de stervende misdadiger aan het kruis: “Heden zult gij met Mij in het paradijs zijn” (Luk. 23:43). Dit was geen belofte voor een verre toekomst, maar een directe toegang tot Zijn Koninkrijk. Christus regeert dus niet pas in een verre toekomst, maar is nu reeds Koning, gezeten aan de rechterhand van de Vader (Ef. 1:20–22).

Christus’ koninklijke werk is in deze tijd vooral geestelijk van aard. Hij onderwerpt de harten van mensen door Zijn Woord en Geest, regeert in rechtvaardigheid, en beschermt Zijn volk tegen geestelijke vijanden (Ps. 110:2; Jes. 9:6–7). Dit staat in contrast met een veelgehoorde opvatting binnen het dispensationalisme, dat stelt dat Christus’ Koninkrijk nog uitgesteld is en pas in de toekomst – na Zijn wederkomst – zal worden gevestigd.

Volgens deze leer kwam Jezus om het Koninkrijk aan Israël aan te bieden, maar werd Hij verworpen, waarna het Koninkrijk werd uitgesteld tot Zijn wederkomst, waarin Hij dan letterlijk op aarde zou regeren voor 1.000 jaar. In de tussentijd, zo wordt gezegd, werkt God via de Kerk als een soort tussenfase.

Maar de Schrift getuigt anders:

  1. Het Koninkrijk bestaat reeds nu. Paulus schrijft dat wij “verlost zijn uit de macht der duisternis” en “overgebracht in het Koninkrijk van de Zoon zijner liefde” (Kol. 1:13).

  2. Het Koninkrijk is geestelijk en onzichtbaar. Jezus verklaarde: “Mijn Koninkrijk is niet van deze wereld” (Joh. 18:36) en “het komt niet op waarneembare wijze” (Luk. 17:20–21).

  3. Het Koninkrijk is eeuwig. Daniël 2:44 spreekt van een Koninkrijk dat “in eeuwigheid niet zal worden te gronde gericht”. Dit komt overeen met 2 Petr. 1:11 en 1 Kor. 15:24–28, waar duidelijk wordt dat Christus regeert totdat al Zijn vijanden onder Zijn voeten zijn gelegd.

De relatie tussen kerk en koninkrijk

Hoewel het Koninkrijk van Christus nauw verbonden is met de Kerk, zijn zij niet identiek. Sommige stromingen, zoals de Rooms-Katholieke Kerk, vereenzelvigen het Koninkrijk volledig met hun eigen instituut. De paus wordt daarin gezien als Christus’ plaatsvervanger die Zijn koninklijke heerschappij vertegenwoordigt in deze wereld. In deze visie moet de Kerk regeren over elke maatschappelijke sfeer.

De gereformeerde traditie stelt daarentegen dat Christus het Hoofd van de Kerk is, maar dat Zijn Koninkrijk ruimer is dan de Kerk alleen. Hij regeert ook buiten de zichtbare grenzen van de Kerk, overal waar mensen Hem vrijwillig gehoorzamen in alle levensgebieden – in gezin, werk, politiek, wetenschap en cultuur. De Kerk heeft de taak om gelovigen toe te rusten en te onderwijzen in deze gehoorzaamheid, maar oefent geen directe macht uit over andere instituties. De heerschappij ligt bij Christus Zelf, die regeert door Zijn Woord en Geest in het hart van elke gelovige.

Hieronder wordt het verschil tussen drie visies op de relatie tussen Kerk en Koninkrijk visueel weergegeven:

Uit deze vergelijking blijkt:

Overeenkomsten:

  • Christus is het enige Hoofd van zowel Kerk als Koninkrijk.

  • Alleen ware gelovigen behoren tot beide (in reddende zin).

  • Je kunt geen lid zijn van het een zonder ook lid te zijn van het ander.

Verschillen:

  • De Kerk heeft een zichtbare, georganiseerde vorm; het Koninkrijk is onzichtbaar en geestelijk.

  • De Kerk beschikt over de “sleutels van het Koninkrijk” (Mat. 16:19) – toelating of uitsluiting door prediking en tucht – maar het Koninkrijk heeft niet de sleutels van de Kerk.

  • De Kerk richt zich op het Woord en de sacramenten; het Koninkrijk omvat het hele leven en roept tot gehoorzaamheid in elk levensdomein.

Toekomstperspectief: drie visies op het milenium

De Catechismus stelt dat Christus nu reeds regeert, maar wijst ook op de toekomst waarin Hij “al Zijn en onze vijanden in toom houdt en overwint”. Dit leidt tot de vraag: hoe en wanneer zullen al Zijn vijanden uiteindelijk onder Zijn voeten worden gelegd (1 Kor. 15:25)? Binnen de christelijke traditie zijn er drie hoofdzaken van uitleg ontstaan over dit zogenoemde "millennium" (Openb. 20:1–6).

  1. Pre-millennialisme:
    Christus keert terug vóór het millennium. Hij zal dan op aarde een letterlijk Koninkrijk oprichten van 1.000 jaar, waarin Hij lichamelijk regeert. Daarna volgt de algemene opstanding en het laatste oordeel. Deze visie benadrukt een toekomstige aardse heerschappij van Christus.

  2. Post-millennialisme:
    Christus’ huidige geestelijke Koninkrijk zal via evangelisatie en maatschappelijke gerechtigheid steeds zichtbaarder worden, totdat het hele wereldsysteem zich aan Hem onderwerpt. Dan zal Christus terugkeren, gevolgd door het oordeel en de eeuwige staat.

  3. A-millennialisme:
    Er wordt geen letterlijk duizendjarig rijk op aarde verwacht. Het "millennium" staat symbolisch voor de huidige periode tussen Christus’ eerste komst en Zijn wederkomst. Gedurende deze tijd bestaan goed en kwaad naast elkaar. Bij Zijn wederkomst volgt direct het oordeel en de eeuwigheid.

Hoewel deze visies belangrijke verschillen kennen, zijn zij binnen het orthodox christendom allemaal verdedigbaar, mits men vasthoudt aan Christus als Koning, zijn wederkomst, de opstanding van de doden en het laatste oordeel. Wat hen verbindt, is de overtuiging dat Christus uiteindelijk alle dingen aan Zich zal onderwerpen (Fil. 2:10–11; Op. 11:15).

Samenvattend: Christus oefent Zijn koninklijk ambt vandaag uit door mensen te onderwerpen aan Zijn genadige heerschappij, hen te leiden, te beschermen en hun vijanden te overwinnen. Dit Koninkrijk is al aanwezig, breidt zich uit via de gehoorzaamheid van Zijn volk, en zal op Gods tijd ten volle openbaar worden, ongeacht het tijdsbestek of de aard van het ‘millennium’. Wat vaststaat, is dat Jezus Christus Koning is – nu en tot in eeuwigheid (Hebr. 1:8; Op. 19:16).