Vanaf het begin heeft God beloofd dat er een Profeet zou komen die met goddelijk gezag tot Zijn volk zou spreken. Mozes zei tegen het volk: “Een Profeet zal de HEERE, uw God, u verwekken uit uw midden, uit uw broeders, zoals ik; naar Hem zult u luisteren” (Deut. 18:15). Deze Profeet is niemand anders dan Jezus Christus. Hij is niet slechts een boodschapper van God, zoals Mozes of Elia, maar het Woord zelf dat vlees geworden is (Joh. 1:14). In Hem zijn “alle schatten van wijsheid en kennis verborgen” (Kol. 2:3), en Hij is de hoogste en laatste openbaring van God: “God heeft in het verleden vele malen en op vele wijzen tot de vaderen gesproken door de profeten, maar in deze laatste dagen tot ons gesproken door de Zoon” (Hebr. 1:1–2).
De vervulling van Gods openbaring
De Oudtestamentische profeten spraken namens God, maar zij zagen de vervulling van hun woorden nog niet. Petrus schrijft dat de Geest van Christus in hen werkte en getuigde van het lijden en de heerlijkheid van de Messias (1 Petr. 1:10–11). Jezus vervulde deze beloften en bracht Gods wil volledig aan het licht.
Toen Hij op aarde was, leerden de mensen met verwondering naar Hem luisteren:
“Want Hij onderwees hen als gezaghebbende en niet zoals de schriftgeleerden” (Mark. 1:22).
En na Zijn opstanding gaf Hij Zijn apostelen opdracht om alles te onderwijzen wat Hij geboden had (Mat. 28:20). De apostelen en profeten van het Nieuwe Testament waren instrumenten in Gods hand om deze boodschap vast te leggen, en hun werk werd geleid door de Geest van Christus (Ef. 3:5).
Geen nieuwe profeten, maar blijvende openbaring
In de eerste tijd na Christus werkte de Geest tijdelijk door apostelen en profeten. Maar toen het Woord van God was voltooid, hield ook de noodzaak voor nieuwe openbaring op. De Schrift zegt dat de Kerk is gebouwd op het fundament van apostelen en profeten, met Christus zelf als de hoeksteen (Ef. 2:20). Er is geen ander fundament nodig.
Daarom is het vandaag niet de taak van predikers of geestelijke leiders om nieuwe openbaring te brengen. Hun taak is het Woord van Christus uitleggen, bewaren en onderwijzen. Zoals Paulus Timotheüs aanspoort:
“Stel u ten dienste van God als een arbeider die zich niet hoeft te schamen en die het woord van de waarheid recht snijdt” (2 Tim. 2:15).
Alle ware prediking is profetisch, niet omdat het nieuw is, maar omdat het de stem van Christus doet horen, door het geopende Woord en de werking van de Geest.
Christus spreekt vandaag door Woord en Geest
Hoewel Christus niet meer lichamelijk op aarde is, spreekt Hij nog steeds als onze Profeet. Hij doet dat door de Schrift – het levende Woord van God – en door de Heilige Geest, die het hart van gelovigen opent om te begrijpen wat geschreven staat. Jezus zei zelf: “Wanneer Die komt, de Geest van de waarheid, zal Hij u de weg wijzen in heel de waarheid” (Joh. 16:13).
Het is een groot voorrecht dat wij als gelovigen in het Nieuwe Verbond Gods volledige openbaring mogen bezitten. Petrus zegt: “Wij hebben het profetische woord dat vast en zeker is, en u doet er goed aan daarop acht te slaan als op een lamp die schijnt in een duistere plaats” (2 Petr. 1:19).
Zelfs de grootste profeten van vroeger verlangden naar het licht dat wij nu mogen kennen. Jezus zei: “De kleinste in het Koninkrijk der hemelen is groter dan Johannes de Doper” (Mat. 11:11).
Een veilig fundament
Het profetisch ambt van Christus leert ons ook waar echte zekerheid gevonden wordt: niet in tradities, niet in dromen of persoonlijke openbaringen, maar in het geschreven Woord. Daarom waarschuwt de Bijbel ons tegen alles wat aan de Schrift wil toevoegen (Openb. 22:18–19).
De hervormers benadrukten dit krachtig. Niet de stem van de Kerk, maar de stem van Christus in Zijn Woord is beslissend. Daarom moet elke gelovige zelf leren luisteren naar wat de Schrift zegt – en bidden om de verlichting van de Geest om het te begrijpen. Johannes zegt:
“De zalving die u van Hem ontvangen hebt, blijft in u... en zij leert u alle dingen” (1 Joh. 2:27).
Wie zich richt op het Woord van Christus, hoort de stem van de Profeet die God gezonden heeft. En wie Hem hoort, ontvangt leven. Laat het Woord van Christus rijkelijk in u wonen (Kol. 3:16). Want door dat Woord werkt Christus als onze Profeet – om ons de weg van het leven te wijzen.