Vraag 32: Aan welke weldaden krijgen zij die krachtdadig geroepen worden in dit leven deel? Vraag 33: Wat is rechtvaardiging?

Gepubliceerd op 11 juni 2025 om 11:30

Als de Heilige Geest ons krachtdadig roept, blijven wij niet dezelfde. Gods genade blijft niet zonder vrucht in het leven van een mens. In dit hoofdstuk staan we stil bij de eerste en meest fundamentele van die geestelijke weldaden: rechtvaardiging. Deze genade wordt tegelijk met het geloof geschonken en markeert het begin van een leven in Christus.

Kleine Westminster Catechismus (1647)

Vraag 32: Aan welke weldaden krijgen zij die krachtdadig geroepen worden in dit leven deel?
Antwoord Zij die krachtdadig geroepen worden krijgen in dit leven deel aan rechtvaardiging, aanneming tot kinderen en heiliging, en de verschillende weldaden die in dit leven deze vergezellen of eruit voortvloeien.

Vraag 33: Wat is rechtvaardiging?
Antwoord Rechtvaardiging is een daad van Gods vrije genade waarin Hij al onze zonden vergeeft, en ons als rechtvaardig voor Hem erkent, alleen om de gerechtigheid van Christus die ons wordt toegerekend, en die door geloof alleen wordt ontvangen.

Gerechtvaardigd – ondanks onze schuld

De Bijbel leert dat ieder mens gezondigd heeft en daarom schuldig staat tegenover God (Romeinen 3:23). Niemand kan zichzelf rechtvaardig verklaren. De grote vraag is dan ook: Hoe kan een schuldige zondaar rechtvaardig zijn voor een heilig en rechtvaardig God?

De Schrift spreekt over rechtvaardiging in juridische termen. Denk aan een rechtbank, waar een rechter de schuldige schuldig verklaart en de rechtvaardige vrijspreekt (Deuteronomium 25:1). Rechtvaardiging is dus geen proces van innerlijke verandering – dat is heiliging – maar een eenmalige daad van God, waarin Hij over iemand een oordeel uitspreekt: vrij van schuld.

Maar hoe is dat mogelijk? Hoe kan God rechtvaardig zijn en tóch een zondaar rechtvaardig verklaren? Het antwoord ligt geheel buiten onszelf – in Christus alleen.


De rechtvaardigheid van Christus wordt ons toegerekend

De Westminster Catechismus zegt: “Rechtvaardiging is een daad van Gods vrije genade waarin Hij al onze zonden vergeeft, en ons als rechtvaardig voor Hem erkent, alleen om de gerechtigheid van Christus die ons wordt toegerekend, en die door geloof alleen wordt ontvangen.”

Dit betekent dat God onze zonden niet meer tegen ons rekent (Psalm 32:1–2), maar ze heeft gelegd op Zijn Zoon, Jezus Christus (2 Korinthe 5:21). Jezus droeg onze straf, alsof Hij zelf had gezondigd. Tegelijkertijd telt God de volmaakte gehoorzaamheid van Jezus aan ons toe – alsof wijzelf Gods wet volmaakt hebben gehouden. Dit is het grote geheim van het evangelie: een dubbele toerekening.


Alleen door geloof – geen verdienste

Sommigen denken dat geloof een soort prestatie is waarmee wij God overtuigen ons te rechtvaardigen. Maar het geloof is geen werk, geen verdienste. Het is een lege hand die zich uitstrekt om het geschenk van Gods genade aan te nemen. “Niet door werken van rechtvaardigheid die wij gedaan zouden hebben, maar naar Zijn barmhartigheid heeft Hij ons gered” (Titus 3:5).

Het geloof is slechts het kanaal waardoor wij verbonden worden aan Christus. Christus is onze gerechtigheid (1 Korinthe 1:30). En juist daarom zegt Paulus: “Wij zijn tot geloof in Christus Jezus gekomen, opdat wij gerechtvaardigd zouden worden” (Galaten 2:16).


Eén keer gerechtvaardigd – voor eeuwig rechtvaardig

Rechtvaardiging is een eenmalige, voltooide daad. Het gebeurt op het moment dat een zondaar tot geloof komt in Jezus Christus. Het hoeft niet herhaald te worden en het kan niet ongedaan worden gemaakt. “Wie in Christus Jezus zijn, worden niet meer veroordeeld” (Romeinen 8:1).

Toch worden mensen pas gerechtvaardigd in de tijd, niet vanaf de eeuwigheid of vanaf Golgotha. God heeft het wél van eeuwigheid besloten, en Christus heeft het werk op aarde volbracht, maar wij worden pas rechtvaardig verklaard op het moment dat wij het evangelie geloven (Romeinen 5:1; Kolossenzen 1:21–22).


Geloof dat rechtvaardigt, staat nooit alleen

Soms zeggen mensen dat als we zonder werken gerechtvaardigd worden, het niet uitmaakt hoe we daarna leven. Maar dat is een misverstand. Wie waarachtig tot geloof komt, wordt niet alleen gerechtvaardigd, maar ook vernieuwd – en zal daarom goede werken doen. Zoals Jakobus schrijft: “Het geloof zonder daden is dood” (Jakobus 2:26).

De reformator Maarten Luther zei daarom terecht: “Wij worden gerechtvaardigd door geloof alleen – maar het geloof dat rechtvaardigt is nooit alleen.” Geloof brengt vruchten voort: liefde, gehoorzaamheid, ootmoed. Geen van deze dingen maken ons rechtvaardig voor God, maar zij bevestigen wel dat het geloof echt is.


Een kernpunt van het evangelie

Rechtvaardiging door geloof is het hart van het evangelie. Het is het fundament onder onze hoop. Zoals de reformatoren zeiden: “Dit is het artikel waarop de Kerk staat of valt.” Want als wij niet gerechtvaardigd worden door genade, dan blijft er voor niemand hoop. Maar als het waar is dat God de goddeloze rechtvaardigt (Romeinen 4:5), dan is er genade voor de grootste zondaar – vandaag nog, door eenvoudig geloof in Jezus Christus.