In deze les behandelen we een leer die voor velen moeilijk te aanvaarden is: dat wij allen zondaars zijn vanwege wat Adam deed. Maar de moeilijkheid van een leer is geen bewijs tegen haar waarheid. Zonde en dood zijn immers overal zichtbaar. Alle mensen sterven – zelfs baby's. Alle mensen zondigen – zelfs kinderen. De vraag is dus niet of er iets mis is met de mensheid, maar waarom. De Bijbel geeft het antwoord: wij zijn gevallen in Adam.
Kleine Westminster Catechismus (1647)
Vraag 16: Is de hele mensheid met Adams eerste overtreding gevallen?
Antwoord: Het verbond was met Adam gemaakt niet voor hemzelf alleen maar voor zijn nageslacht. De hele mensheid, die uit hem door normale generatie is voortgekomen, zondigde in hem, en viel in die eerste overtreding met hem.
Vraag 17: In welke staat stortte de zondeval de mensheid?
Antwoord: De zondeval stortte de mensheid in een staat van zonde en ellende.
Heidelbergse Catechismus (1563)
Vraag 9: Doet dan God den mens niet onrecht, dat Hij in Zijn wet van hem eist wat hij niet doen kan?
Antwoord: Neen Hij; want God heeft den mens alzo geschapen, dat hij dat kon doen; maar de mens heeft zichzelfven en al zijn nakomelingen, door het ingeven des duivels en door moedwillige ongehoorzaamheid, van deze gaven beroofd.
Vraag 10: Wil God zulke ongehoorzaamheid en afval ongestraft laten?
Antwoord: Neen Hij, geenzins; maar Hij vertoornt Zich schrikkelijk beide over de aangeboren en wereldlijke zonden, en wil die door een rechtvaardig oordeel tijdelijk een eeuwiglijk straffen; gelijk Hij gesproken heeft: Vervloekt is een iegelijk, die niet blijft in al hetgeen geschreven is in het boek der wet, om dat te doen.
Adam als hoofd van het menselijk ras
Toen God het verbond sloot met Adam, deed Hij dat niet enkel met hem als individu, maar met hem als vertegenwoordiger van het hele menselijke geslacht. "Door de ongehoorzaamheid van één mens zijn zeer velen zondaren geworden" (Rom. 5:19).
Adam was als de stam van een boom: al zijn nakomelingen zijn als takken aan dezelfde boom. Allen die uit hem voortkomen zijn deel van zijn natuur. Daarom vraagt Job: "Komt ooit een reine uit een onreine?" (Job 14:4). De enige uitzondering is Jezus Christus, die niet door gewone generatie is geboren, maar ontvangen werd door de Heilige Geest en geboren uit een maagd (Lukas 1:35).
Maar... was het ook onze zonde?
Sommige mensen zeggen: "Maar ik was er toch niet bij in Eden? Waarom zou ik verantwoordelijk zijn voor iets wat een ander deed?" Dat is een begrijpelijke vraag. En toch zegt de Schrift dat wij allen in Adam gezondigd hebben (Rom. 5:12). Dat komt omdat Adam handelde als ons vertegenwoordigend hoofd. Zoals een koning een heel volk kan meesleuren in oorlog door één besluit, zo bracht Adams keuze gevolgen voor allen die bij hem horen.
De Bijbel leert niet dat God onschuldige mensen onterecht veroordeelt. Integendeel, wij zijn allen vanaf het begin zondaars van aard. "De goddelozen zijn van de geboorte aan afvallig," zegt de psalmist (Ps. 58:3). Wij tonen zelf, door onze neigingen en keuzes, dat wij werkelijk bij Adam horen.
De hele mens is gevallen
Sommige theologen hebben geleerd dat alleen ons lichaam uit Adam voortkomt en dat onze ziel direct door God geschapen wordt. Deze visie – het creationisme – stelt dat alleen het lichaam door Adams val is beïnvloed. Maar de Bijbel lijkt dit niet te ondersteunen. In Genesis 5:3 lezen we dat Adam een zoon verwekte "naar zijn gelijkenis, als zijn beeld" – dat duidt op lichaam én ziel. De hele mens is gevallen, en de hele mens – lichaam en ziel – is door gewone generatie uit Adam voortgekomen. Deze leer noemen we traducianisme.
Dat is ook logisch: Adam zondigde als geheel mens, niet slechts met zijn lichaam. En God schiep Adam als één geheel – een ziel ín een lichaam, onlosmakelijk verbonden. Wij geloven daarom dat zondigheid niet ontstaat door de vereniging van een zuivere ziel met een zondig lichaam, maar door de verbondenheid met Adam als stamvader en hoofd.
De staat van zonde en ellende
Door Adams val is de mensheid terechtgekomen in een dubbele staat: van zonde én ellende. Zonde is onze diepe morele verdorvenheid: wij willen niet naar God luisteren. Ellende is het gevolg daarvan: gebrokenheid, lijden, ziekte, sterfelijkheid, oordeel. Romeinen 6:23 zegt: "Het loon van de zonde is de dood."
Dat geldt voor alle mensen, ook kleine kinderen. Niet omdat zij persoonlijk al bewust tegen God gezondigd hebben, maar omdat zij werkelijk tot het geslacht van Adam behoren. De val heeft onze hele natuur aangetast. "Er is niemand die goed doet, zelfs niet één" (Rom. 3:12).
Adam en Christus: de grote vergelijking
Romeinen 5:12–21 vergelijkt Adam met Christus. Adam bracht schuld, zonde en dood over velen. Christus brengt rechtvaardigheid, genade en leven over velen.
Het is belangrijk dit parallel te begrijpen: wie het idee verwerpt dat Adam ons vertegenwoordigde, verwerpt ook de basis waarop Christus ons kan vertegenwoordigen. Adam en Christus zijn beide verbonden met hun volk. In Adam sterven allen. In Christus worden allen die in Hem geloven levend gemaakt (1 Kor. 15:22).
Laten we dus geen vijandschap koesteren tegen Gods weg met ons in Adam. De realiteit is dat wij allen zondig, schuldig en ellendig zijn. En dat er voor zulke mensen maar één hoop is: Jezus Christus, de tweede Adam, die kwam om alles goed te maken wat de eerste Adam heeft stukgemaakt. Hij is het hoofd van een nieuw menselijk geslacht – een volk dat leeft door genade.