Deze twee vragen leiden ons naar de kern van het christelijk geloof: de leer van de Drie-eenheid. Wie God waarachtig wil kennen, moet Hem kennen zoals Hij Zichzelf geopenbaard heeft – als één wezen, bestaand in drie onderscheiden Personen. Dit mysterie overstijgt ons verstand, maar het is niet onredelijk. Integendeel, het is de enige uitleg die volledig recht doet aan de gehele Schrift.
Kleine Westminster Catechismus (1647)
Vraag 5: Is er meer dan één God?
Antwoord: Er is maar één God, de levende en waarachtige God.
Vraag 6: Hoeveel Personen zijn er in de Godheid?
Antwoord: De Godheid bestaat uit drie Personen: de Vader, de Zoon en de Heilige Geest. Deze drie zijn één God, van hetzelfde Wezen, aan elkaar gelijk in macht en heerlijkheid.
Heidelbergse Catechismus (1563)
Vraag 25: Aangezien er maar enige Goddelijk Wezen is, waarom noemt hij den Vader, den Zoon en den Heilige Geest?
Antwoord: Omdat God Zich alzo in Zijn Woord geopenbaard heeft, dat deze die onderscheidene Personen de enige, waarachtige en eeuwige God zijn.
Eén God – niet vele
De Bijbel verkondigt met kracht en helderheid dat er slechts één levende en ware God is. “De HEERE is God, er is geen ander” (1 Koningen 8:60). “Ik ben de eerste en Ik ben de laatste, buiten Mij is er geen God” (Jesaja 44:6). Ook in het Nieuwe Testament wordt dit bevestigd: “Er is voor ons maar één God, de Vader, uit Wie alle dingen zijn, en wij voor Hem” (1 Korinthe 8:6).
Deze eenheid van God is fundamenteel voor het geloof van Israël en van de Kerk. “Hoor, Israël, de HEERE, onze God, de HEERE is één!” (Deuteronomium 6:4). Christenen zijn dus geen polytheïsten. Wij geloven niet in drie goden, maar in één God, die Zich openbaart in drie Personen.
Drie Personen – maar niet drie goden
De Bijbel leert echter even duidelijk dat de Vader God is, dat de Zoon God is, en dat de Heilige Geest God is. En dat deze drie niet slechts namen of verschijningsvormen zijn, maar onderscheiden Personen met eigen bewustzijn, relatie en handelen.
De Vader is God:
-
“Niemand heeft ooit God gezien; de eniggeboren Zoon, die in de schoot van de Vader is, die heeft Hem verklaard” (Johannes 1:18).
De Zoon is God:
-
“Uw troon, o God, is in alle eeuwigheid” (Psalm 45:7, toegepast op Christus in Hebreeën 1:8).
-
“In het begin was het Woord, en het Woord was bij God, en het Woord was God” (Johannes 1:1).
-
“Mijn Heere en mijn God!” (Johannes 20:28).
-
Jezus bezit Gods eigenschappen (Joh. 1:4; 5:26), verricht Gods werken (Joh. 1:3; Kol. 1:17), en ontvangt aanbidding als God (Hebreeën 1:6).
De Heilige Geest is God:
-
Petrus zegt tegen Ananias: “U hebt niet tegen mensen gelogen, maar tegen God” – nadat hij eerst zei: “Waarom heeft u de Heilige Geest bedrogen?” (Handelingen 5:3–4).
-
De Geest doorzoekt de diepten van God (1 Korinthe 2:10), wekt leven op (Johannes 6:63), en lastering tegen Hem is onvergeeflijk (Mattheüs 12:31), wat alleen gezegd kan worden van een goddelijke Persoon.
Niet verwarren en niet scheiden
De Vader is niet de Zoon, de Zoon is niet de Geest, en de Geest is niet de Vader. Maar allen zijn volledig en eeuwig God. Zij zijn niet drie delen van God, en ook niet drie goden. Zij delen één en hetzelfde goddelijke wezen, volmaakt in eenheid en heerlijkheid.
Deze balans wordt prachtig zichtbaar bij Jezus’ doop:
“Toen Jezus gedoopt was, werd de hemel geopend, en de Geest daalde neer als een duif op Hem, en een stem uit de hemel zei: ‘Dit is Mijn geliefde Zoon, in wie Ik Mijn welbehagen heb.’” (Mattheüs 3:16–17)
Hier zien we tegelijk:
-
De Zoon, die gedoopt wordt;
-
De Geest, die neerdaalt;
-
De Vader, die spreekt.
Drie onderscheiden Personen, maar samen één God.
Valse ideeën ontmaskerd
Door de eeuwen heen zijn er pogingen geweest om het mysterie van de Drie-eenheid menselijk begrijpelijker te maken – met als gevolg ernstige dwalingen.
-
Modalisme leert dat God zich slechts op verschillende manieren voordoet (zoals een acteur met meerdere rollen). Maar dit ondermijnt het persoonlijke onderscheid tussen Vader, Zoon en Geest.
-
Subordinatianisme (of Monarchianisme) stelt dat alleen de Vader volwaardig God is, en dat de Zoon en de Geest minderwaardig zijn. Maar de Schrift leert dat de Zoon “in de gestalte van God” is (Filippenzen 2:6), en dat Hij het Gode gelijk zijn niet als roof beschouwde.
Beide dwalingen worden door de Bijbel zelf weerlegd.
Eén Naam – drie Personen
Jezus zei: “Doopt hen in de naam van de Vader, en van de Zoon, en van de Heilige Geest” (Mattheüs 28:19). Let op: niet “in de namen” – alsof het drie aparte wezens betreft. En ook niet “in de naam van de Vader, Zoon en Heilige Geest” als drie titels voor één Persoon. Nee, Hij spreekt van één naam – en maakt tegelijkertijd een onderscheid tussen drie Personen. Hier ligt de Drie-eenheid besloten: één Wezen, drie Personen.
En dit mysterie – verborgen in de Oudtestamentische schaduw, maar geopenbaard in het licht van Christus – is terug te vinden vanaf het begin: “Laat Ons mensen maken naar Ons beeld” (Genesis 1:26). Eén God sprak, maar in meervoud.
De praktische betekenis
De leer van de Drie-eenheid is geen filosofisch puzzelstuk, maar de levende kern van het christelijk geloof. Het bepaalt hoe wij God aanbidden, hoe wij gered worden, en hoe wij mogen leven:
-
We danken de Vader, die het plan van verlossing bedacht.
-
We geloven in de Zoon, die het werk van verlossing volbracht.
-
We vertrouwen op de Heilige Geest, die dit heil in ons toepast.
En zo zeggen wij met de Kerk van alle tijden:
“Aan Hem die is, en die was, en die komt; en aan de zeven Geesten die voor Zijn troon zijn; en aan Jezus Christus […] zij de heerlijkheid en de kracht tot in alle eeuwigheid” (Openbaring 1:4–6).